De olievelden van Noord-Dakota trekken Amerikaanse mannen uit het hele land aan Wat doet dat met het stadje Williston, volgens de vrouw van de burgemeester? Joetta Koeser woont in Williston sinds de eerste oliekoorts, eind jaren zeventig. Nu is haar man burgemeester van het stadje.
Het is haar derde outfit vandaag en het is nog geen twee uur ’s middags. Eentje voor thuis. Eentje voor naar de Walmart. En daarna een andere blouse, om gasten te ontvangen. Haar haren zijn perfect gekapt, haar gezicht nauwkeurig opgemaakt. Joetta Koeser (65) is een verschijning, in een stadje waar mensen maar weinig aandacht besteden aan hun uiterlijk.
De burgemeestersvrouw woont sinds vijfendertig jaar in Williston. In een vrijstaand huis met keurig gemaaid gras, een hoogpolig tapijt, een grote ronde tafel voor feesten en partijen, antiek in de vitrinekasten. Ward Koeser, haar echtgenoot, is al twintig jaar burgemeester.
Maar zo zijn ze niet begonnen. Zij en haar man arriveerden tijdens de eerste oliekoorts, eind jaren zeventig. Ze woonden in een trailer, net als de mensen nu. Geld verdienen ging makkelijk. Werk genoeg. Williston maakte de belofte van the American Dream waar. De Koesers bleven.
Ze bleven ook toen in jaren tachtig, door lage prijzen en minder olieproductie het geld opdroogde. Williston liep leeg, net als andere oliedorpjes in de buurt. De trailerparken rond de stad verdwenen. Huizen werden niet meer afgebouwd. Pas geopende restaurants en hotels gingen failliet. Vanwege het nieuw aangelegde wegennet bleef de gemeente zitten met een schuld van bijna dertig miljoen dollar. Die schuld was pas tegen de eeuwwisseling weggewerkt.
Joetta Koeser vindt de huidige oliekoorts ,,geweldig”. Het is een nieuwe impuls voor het uitgebluste stadje. ,,De boom heeft hoop gegeven aan gezinnen die eerst niks hadden. Er is hier nu veel werkgelegenheid.”
Sinds haar pensioen – ze gaf les op de basisschool- heeft ze zich vol overgave gestort op het welkom heten van nieuwkomers. Iedere zondag nemen zij en haar man nieuwe stellen die ze in hun kerk ontmoeten mee uit eten. Ze maakt welkomstmanden met haar vriendinnen van de kerk, maakt nieuw gearriveerde vrouwen wegwijs in de winkelstraat en introduceert ze bij de bijbelstudie op donderdag.
Mensen moeten zich hier thuis gaan voelen, vindt ze. Met alleen mannen die zich uit de naad werken in de olievelden, blijft het een stadje zonder hart. Vrouwen en kinderen zijn hard nodig. ,,Telkens als ik een nieuw stel de kerk binnen zie lopen, ben ik verrukt. Het betekent dat mannen hun vrouw hier mee naar toe willen nemen om zich te vestigen.”
Wat haar verdriet doet is de reputatie die het stadje de afgelopen paar jaar heeft gekregen. Ward en zij waren aan het winkelen in Fargo, aan de andere kant van North Dakota, toen ze iemand hoorde zeggen dat hij ‘nog niet in de búúrt’ zou willen komen van Williston. ,,Alsof er in Fargo nooit wat gebeurt”, snuift ze. Haar man heeft nu een pr-bureau ingehuurd, om het imago van crimineel oliehol om te buigen naar dat van stad met mogelijkheden.
Haar schrikbeeld is een herhaling van de jaren tachtig. De stad loopt nu juist achter met de aanleg van huizen en basisvoorzieningen als riolering en waterzuivering – dat geeft ze toe. Maar Joetta Koeser is niet het type vrouw dat spreekt van problemen. Liever heeft ze het over uitdagingen. Er wordt, zegt ze, ,,hard aan gewerkt” om van Williston een betere stad te maken voor vrouwen en kinderen.
Beeld: Ilvy Njiokiktjien