Elke keer dat Elly (22) het podium betreedt voelt ze zich een beroemdheid. Bekeken door alleen maar mannen, geadoreerd om haar ronde heupen en zachte borsten. Rood, wit en blauw zijn haar topje en broekje, de stars and stripes. Drie liedjes lang is ze het centrum van de aandacht in de stripclub.

De mannen bij het podium hangen met hun onderarmen over de rand, een stapeltje dollars in de hand. Elly (niet haar echte naam, maar haar stripper-alter ego) is niet in de mannen geïnteresseerd, wel in de biljetten. Dus maakt het haar niet uit hoe ze eruit zien, hoe ze ruiken of hoe ze keken toen ze haar topje uitdeed. Olie-arbeiders zijn zelden sexy.

Maar ze betalen wel. Hoe meer zij kronkelt en lonkt, hoe meer dollarbriefjes er op het podium neerdwarrelen. Na haar laatste dans zoekt ze op handen en knieën de rondgestrooide biljetten bij elkaar.
Strippen met de ogen van de hele club op haar gericht geeft haar energie. Alsof ze in Hollywood staat in plaats van in Williston. Maar het makkelijkst verdient Elly haar geld met privédansen in het VIP-deel van stripclub Heartbreakers.

 

Eén minuut kost daar tien dollar. Dat gaat zo. De klant zit op een stoel waarvan de zitting de vorm van een hartje heeft. Links en rechts van hem hangt een gordijn, zodat hij het idee heeft dat de stripper een paar minuten lang alleen van hem is. Alleen voor hem danst. Haar aanraken mag hij niet. In het beste geval strijkt er een blote borst langs zijn neus. Meer dan dit is hier op seksueel gebied legaal niet te krijgen. Prostitutie is verboden.

Ongeschoolde arbeiders zijn favoriet bij Elly. ,,Die zijn niet met geld opgegroeid, ze zijn niet gewend ermee om te gaan. Nu ze zo veel verdienen, geven ze het onverantwoordelijk uit. Aan strippers zoals ik.”

Elly noemt hen money ego’s. ,,Laten zien dat ze geld hebben is hun trots.” Ze lacht. ,,Voor mij is dat geen probleem natuurlijk.”
De achterafstraat aan het spoor is met z’n twee stripclubs het meest kosmopolitische deel van Williston. Elly komt uit buurstaat Zuid-Dakota, veel van haar collega’s hebben verder gereisd om een graantje van de oliedollars mee te pikken. Ze komen uit Las Vegas, Florida of Texas, maar ook uit Duitsland, Rusland, Thailand en de Filippijnen. Voor een conservatief stadje waar tot drie jaar geleden een buitenlander een bezienswaardigheid was, is het wennen.
Vroeger waren het gewoon huismoeders die in de stripclubs dansten, weet één van de vaste klanten. Niet al te knap, al helemaal niet lenig. De man – houthakkersoverhemd, ruige rode baard, rechtopstaand haar en een slecht gebit – kijkt er weemoedig bij.
Om één uur stipt gaat het licht aan, de muziek uit. Je ziet weer putjes in dijen. Olievlekken op schoenen. Binnen vijf minuten staan de mannen buiten, dankzij Oz, de reusachtige uitsmijter.

Aan de overkant van de straat staat een politieauto klaar voor als er wat gebeurt. Sinds laatst een man werd gedood bij een ruzie bij de stripclubs, zijn de autoriteiten beducht op problemen.
De strippers duiken hun kleedruimte in, schieten snel in hun joggingbroek. Williston is geen plek om schaars gekleed over straat te gaan. Elly heeft zo veel briefjes in haar speciaal daarvoor meegebrachte plastic boterhamzakje dat ze ze thuis pas gaat tellen. Tussen de vijfhonderd en zeshonderdvijftig dollar, schat ze. Veel geld, maar het kan beter. In het weekend hoopt ze op duizend.